Getest in de klas: Koning & Koning

11160326_625048834296557_552958705_nOp de kalender  in het klaslokaal van mijn kleutervrienden, heeft collega Vera bij 27 april een wapperend vlaggetje getekend. Koningsdag nadert. Zo nu en dan wordt er door een kleuter op het vlaggetje getikt. Er valt binnenkort weer iets te vieren. Oranje koekjes, geschminkte gezichten en muziek. De oudste kleuters halen herinneringen op aan vorig jaar. “Soms denk ik dat ik later kan worden wat ik wil”, zegt Gerald. “En misschien word ik wel koning”. Ik ben onmiddellijk enthousiast. Een koning in skinny jeans, op sneakers. Elk jaar een troonrede waar wat te lachen valt, waar echt een traantje zal worden weggepinkt omdat de mooie woorden van Gerald, uitgesproken met die charmante slisklank ons werkelijk  zullen raken.

Het prentenboek Koning en Koning van Linda de Haan en Stern Nijland gaat over een prins die op een dag door zijn moeder ( ze is oud, zit al lang op de troon en is moe ) geconfronteerd wordt met het feit dat hij nog steeds ongetrouwd is. “Iedere prins in de wijde omgeving is al getrouwd, behalve jij! Toen ik zo oud was als jij was ik al twee keer getrouwd geweest” gilt Koningin Moeder hem toe aan de ontbijttafel. Ze is het zat. Ze schreeuwt met haar tong uit de mond. Jim probeert of hij dat ook kan: praten met zijn tong uit de mond. Alle kleutervrienden volgen zijn voorbeeld.  Het is lastig maar waar een wil is, is een weg. Praten met de tong uit de mond is wat de kleuters betreft zeker een mogelijkheid in het leven.
Aan het eind van de dag is de prins omgepraat. “O.k moeder, wat u maar wil. Maar ik heb nog nooit een leuke prinses ontmoet”.

De koningin begint bij de A van haar lijst en belt alle prinsessen van de hele wereld. Een bonte stoet aan malle, elegante, rondborstige, door Country and Western geïnspireerde vrouwen komt voorbij. Het groene prinsesje uit Groenland roept de meest intense reacties op. De kleuters springen op van hun plaats, rennen naar het boek om dit wezen eens goed van dichtbij te bekijken. Een groene jurk.Twee staartjes. Ze mist een paar  tanden. Een feest van onbewuste herkenning. Het is smullen en verkneukelen in de kring want wij weten: dit wordt niks met al die vrouwen en onze prins.

De koningin en haar zoon moeten even slikken. Het was al met al niet veel soeps. Maar wacht. Er staat nog iemand voor de poort. Prinses Madelief en broer Prins Heerlijk. Prinses Madelief voldoet in grote lijnen aan het Disney-ideaal. Ze heeft blond golvend haar, een symmetrisch snoetje met getuite lipjes en ze draagt hoge hakken. Eindelijk slaat het hart van de prins op hol. Liefde op het eerste gezicht: wat een beeldschone prins, die broer van Madelief. De liefde is geheel wederzijds. Het wordt een bijzondere bruiloft. En de koningin heeft eindelijk tijd voor zichzelf.

Ik laat de laatste illustratie aan de kinderen zien. Koning en Koning kussen elkaar. In deze kleuterklas in Amsterdam-Noord ontvouwt zich vervolgens de volmaakte maatschappij in het klein. Een luid gejuich stijgt op. Verliefd! Kussen! Getrouwd! De kleutervrienden klappen in hun handen van plezier. Een enkele enthousiasteling stampt ook met de voeten. In het gejoel klinkt een kritische noot van een kleutervriend: “Twee jongens die kussen, dat kan toch niet?”

Noortje geeft antwoord: “Ja dat kan wel. Mijn vader heeft twee beste vrienden en die zijn verliefd op elkaar. Dus…….” Sinne vertelt over de buurvrouwen die zonder buurmannen in een huis wonen. De euforische liefdesstemming houden we erin. Taylan benoemt nog maar eens op welke vier meiden hij verliefd is. Liefdevol kijkt hij van de een naar de ander. We hebben lang gedacht dat Taylan heel stoer is want hij loopt altijd met zijn armen wijd. Maar die wijde armen komen door zijn grote hart. Als je amper een meter lang bent en je hart is een meter breed, probeer dan maar eens subtiel het schoolplein over te steken.

Dan staat Jim op. “Miriam, nu moet jij zeggen op wie van ons jij verliefd bent”. Hij kijkt me aan zoals Jim dat kan.  Jongensachtig, vol bravoure en oneindig lief. Het is plotseling stil in de kring. Alle kinderen kijken me verwachtingsvol aan. Vijf, zes kleuters komen van hun plaats. In een situatie als deze is opstaan en je laten zien beter dan passief zitten wachten. “Op mij toch?”, hoor ik een kleutervriend fluisteren. “Ze heeft al verkering”, vult een andere kleuter aan. Maar Jim is onverbiddelijk. Er zal een naam genoemd moeten worden.
Een voor een noem ik de namen van alle kinderen.  Verliefd op allemaal. Zoiets is volledig geaccepteerd in een kleuterklas want hier betekent ‘verliefd’ ook houden van, lief vinden, beste vriend zijn, enorm waarderen.  Als ik de laatste naam heb genoemd, voel ik ‘m al aankomen. De doldwaze, licht-hysterische groepsknuffel. De enige vorm van verstikkende liefde die best goed is voor een mens, zo nu en dan. We gaan los. Als de ademnood en de gekkigheid me teveel worden, roep ik om de kleuters af te leiden: “Wie van jullie weet waar Maxima vandaan komt?” “UIT HAAR MAMA’S BUIK!” gilt Ilja. Dank je wel, lieve Ilja. Voor deze prachtige, volmaakt bij het liefdesthema aansluitende waarheid. Geboren zonder oordeel. Uit de buik van onze moeders.

Na het verhaal gaan we koningen maken van pen, ecoline en glitters. “ We hebben de gouden juffen-pen ook nodig”, zegt Gerald. “Om gouden tanden mee te  maken. Dat is mooi, als je onder en boven glimmende tanden hebt. Koningen hebben dat”.

Wat jammer toch, dat ik geen connecties heb in aristocratische kringen. Ik zou graag een nieuwe koning willen aandragen. Skinny jeans. Sneakers. Gouden tanden. Een troon van lego. De troonrede met de mond vol Liga-koek. En altijd, altijd liefde.

U allen kent vast dat gevoel van lichte weerstand, bij de mededeling: dit boek moet je lezen. We bepalen het liefst onze eigen klassiekers. Toch ga ik het zeggen: Dit boek moet echt ( voor ) gelezen worden. Dit grappige, lichtvoetige prentenboek dat op een volstrekt natuurlijke manier de gay-liefde presenteert, is volmaakt voor alle kinderen, ouders en leerkrachten.

Miriam Bouwens, Amsterdam, 21 april 2015

11157005_625048687629905_1083493751_nkonkon2 11117812_625048857629888_1788310976_n

Getest in de klas: 1, 2, 3, 4: Hoofddoek van plezier!

Reza met boek op de kop, Sophie, Gerlad en ikHet is donderdagochtend 9 uur. Buiten is het koud en grijs. De nevelige duisternis van de vroege ochtend sluimert nog om de school. In deze serene sfeer zit ik met mijn kleutervrienden in de kring. Ze kijken me verwachtingsvol aan. Het volmaakte moment voor een goed boek. Ik laat het prentenboek van Jeanine Cronie zien en lees de titel voor: ‘1,2,3, 4: Hoofddoek van plezier!’

Chahid (4 jaar) veert meteen op: “Mijn moeder draagt ook altijd een hoofddoek. Buiten. Maar niet in bed. Ze heeft veel hoofddoeken. Blauw, groen, rood, roze, paars en geel. Als het warm is draagt ze een roze doek en als het koud is, een blauwe. Als ik jarig ben draagt ze een groene hoofddoek want zij houdt van groen”.

“Is het een blinddoek?” vraagt Jurriaan. “Een hoofddoek”, antwoordt Chahid. ” Mijn moeder heeft een eigen kast vol hoofddoeken”.

We bekijken de voorkant van het prentenboek. Ik vertel dat de zus van de schrijver, ze heet Totie Cronie, de tekeningen heeft gemaakt. De kinderen maken waarderende geluiden. Een zus die tekeningen maakt is vertrouwd en magisch tegelijk. Op de voorkant van het boek staat een dame met een gekleurde hoofddoek. Het is de oma van Kate die vandaag jarig is. De hoofddoek die zij draagt is een Surinaamse hoofddoek, een angisa. 

“Ik heb ook een oma in Suriname”, zegt Gerald. Gerald is een paar maanden geleden in Suriname geweest met zijn familie. Ik vraag of zijn oma ook een hoofddoek draagt. ” Ze draagt geen hoofddoek maar in Suriname heeft iedereen dezelfde kleur als ik. En er is heel veel kauwgom in de winkel. Potten vol met kauwgom. En we aten lasagne”.

“Ik ben ook in ‘Sunirame’ geweest”, zegt Taylan. Taylan is vaak creatief met de waarheid. In het weekend heeft hij verschillende connecties met draken en ook heeft hij ooit meegedeeld David Bowie persoonlijk te kennen. ( “Je weet toch…David Bowie. Van het winkelcentrum…Is jouw broer toch, Kay?”) Maar als Sneeuwwitje te eng wordt, klimt hij steeds op mijn schoot. Daarom luisteren we allemaal goedmoedig naar de creatieve waarheid van Taylan betreffende Sunirame.

Ik open het boek en begin te lezen. De oma van Kate is jarig maar waar blijft oma nou? Oma wil haar verjaardag niet vieren; ze is haar hoofddoek kwijt. Kate gaat op zoek naar de hoofddoek van haar oma. Ik laat de eerste tekening zien. Het tonen van de illustraties is een belangrijk ritueel in de klas. Als ik de tekeningen te snel de kring laat rondgaan, wordt dit geheel terecht, niet gewaardeerd. Kinderen willen niets missen van de tekeningen in een prentenboek. Bij dit prentenboek is het goed bekijken van de illustraties van belang want de hoofddoek van oma is op verschillende pagina’s subtiel verstopt. De kinderen hebben het door: Aha daar is de hoofddoek! Samenzweerderig en alwetend luisteren en kijken ze. Vol aandacht. Het is een fijne, spannende sensatie dat zij iets weten wat de hoofdpersonen Kate en haar oma nog niet weten: de hoofddoek van oma is in het heimelijke bezit van broertje Kevin. Een punt van de hoofddoek steekt uit zijn speelgoedauto.

Tijdens de zoektocht vertelt oma over de verschillende manieren van vouwen van de doek. Een gele doek met drie omhoog staande punten wil ze op haar verjaardag niet dragen. Drie omhoog staande punten betekenen dat je boos bent. Een punt naar achteren zegt: volg mij. Een punt opzij: Ik zie je op de hoek. Een punt omhoog: Laat ze maar praten. 

Gelukkig vindt Kate uiteindelijk toch de feestelijke hoofddoek. Het feest kan beginnen. Met één: taart. Twee: bezoek. Drie: Veel cadeautjes en Vier: de hoofddoek van plezier!

De kleuters schuiven onrustig heen en weer. Het oer-thema der kleuterwereld is onmiskenbaar gepresenteerd. Jarig zijn. Ik weet nu dat er een groots verlangen is om iets te roepen over een verjaardag, bij voorkeur de verjaardag van henzelf. Dat die verjaardag driekwart jaar geleden is, maakt een kleuter helemaal niets uit. Sophie zit links van me. Ze houdt het niet meer: “Ik was gister jarig!” roept ze. Sophietje was inderdaad gister ontzettend jarig. Op de dag dat zij 5 jaar werd, kwam ze in een nylon prinsessenjurk naar school. Haar aura was ook hemelsblauw, ze straalde van trotse vreugde. Haar vriendinnen fladderden als vlinders om haar heen. 

Als ik het boek heb dichtgedaan zie ik dat Hannah, lieve eigenzinnige Hannah die net op school is en tijd nodig heeft om alles te observeren, haar kaal geknuffelde naar Hannah ruikende knuffel op haar hoofd heeft gelegd. “Dit betekent blij”, zegt ze beslist. Noortje legt een pluche giraffe op haar hoofd. Guus en Jurriaan, altijd in gezelschap van hun knuffelhonden dragen ook hun knuffels als een hoofddoek. “Blij”, roepen ze en ze dansen in de kring. Reza en Noortje trekken hun vestjes uit en knopen deze strak om hun hoofd. “Dit betekent gek”, zegt Reza. Inderdaad gek. Ans Aarsema en Bea Hofman van het Batavierenplantsoen-stijl. Voor hen die in de jaren ‘80 tv keken: De alter ego’s van Arjan Ederveen en Tosca Niterink.

Chahid en Taiif trekken de capuchon van hun trui over hun hoofd. Coole blik. “Dit betekent stoer”, zeggen ze. Bijna alle kleuters staan nu in de kring hun imaginaire hoofddoek te showen. 1,2,3,4 alle kleuters hebben plezier.

Ik hoef de kleuters niet te vragen naar hun mening betreffende verhaallijn, de geloofwaardigheid van de hoofdpersonen of het kleurgebruik van de illustraties. Dat zij 1,2,3,4 Hoofddoek van plezier een goed boek vinden, heb ik kunnen zien. Tijdens het voorlezen waren er geen verlangende blikken naar de knutseltafel of de bouwhoek, geen heimelijk gefluisterde dialogen over de poes of Sesamstraat en geen pogingen om de inhoud der neusgaten te inspecteren.

Chahid en Gerald hadden de kans iets te vertellen over hun eigen wereld. Alle kinderen keken en luisterden in stilte. Na afloop ontstond er de prachtige, lieftallige anarchie die er altijd is als jonge kinderen zich aangesproken voelen. Een goed prentenboek ervaren kleuters als een autobiografie.

Graag raden de lieftallige anarchisten van kleuterklas 2kb van basisschool De Biënkorf te Amsterdam-Noord en ikzelf u aan: prentenboek 1,2,3,4 Hoofddoek van plezier van Jeanine Cronie ( tekst ) en Totie Cronie (illustraties ). Uitgeverij Maopé.

Door: Miriam Bouwens, Amsterdam 27 januari 2015
www.miriambouwens.blogspot.com

Kinderboekendoen-tip: Na het prentenboek Eén, twee, drie, vier: hoofddoek van plezier! hebben de kinderen zichzelf getekend en daarna voorzien van een hoofddoek, hoed of wat ze zelf mooi vonden. Met gekleurde stofjes, net als de echte hoofddoek van plezier.

Hoofddoek van plezier- Reza met boek, Gerald, sophie en ikhoofddoek van plezier- Geralds creatie  Hoofddoek van plezier- Reza's hand maakt hoofddoek van plezier- sophie maakt Hoofdoek van plezier- Tomas' creatie