ROSE Stories gaat onvermoeibaar door met het produceren en uitgeven van kinderboeken die het aanbod en de personages in verhalen diverser en rijker maken. Voor hun nieuwste kinderboekproject hebben ze een crowdfundingscampagne opgezet.
Voor Idje, een jongetje dat niet naar de kapper wil.
“Het verhaal
Idje wil niet naar de kapper is een kinderboek voor alle 4 tot 8-jarigen en gaat over de eigenwijze Idje, die niet naar de kapper wil omdat hij zijn grote bos krullen niet wil verliezen. Als de dag aanbreekt dat zijn keurige moeder het niet meer aankan, gaan Idje en zijn magische afro er alles aan doen om mam te slim af te zijn.”
Don’t touch my fro, bro.
Okee. Dat laatste zinnetje heb ik erbij verzonnen. Maar de crowdfundingscampagne is wel echt.
Supporten kun je al vanaf € 10 via Voor de Kunst en voor € 20 heb je het kinderboek van Idje wil niet naar de kapper (30 pagina’s) straks ook in huis.
Idje wil niet naar de kapper is een kinderboekverhaal van filmmaker Michael Middelkoop met de eigenzinnige illustraties van Lisa van Winsen en maakt onderdeel uit van het ROSE stories kinderverhalentraject. Een talentontwikkelingsproject met als doel het kinderboekenlandschap in Nederland cultureel diverser te maken en nieuwe makers op te leiden in het kinderboekenvak.
UPDATE TOELICHTING (toegevoegd 8 juli 2020): titel aangepast / dit boek kan schadelijk zijn zonder context en begeleiding. Het hoort thuis in de (de)koloniale jeugdliteratuur. Je kunt dit jeugdboek gebruiken om slavernij, racisme en gedeelde geschiedenis (c.q. koloniale geschiedenis) bespreekbaar te maken en/of om dit jeugdboek te analyseren en te bespreken vanuit een (de)koloniaal perspectief. Houd daarbij rekening met dat het racistische witte perspectief dat in dit boek (bewust) gekozen is, een andere impact kan hebben op jonge zwarte lezers (pijnlijk en kwetsend) dan op witte jonge lezers. Bij het (voor)lezen van dit boek wordt begeleiding in educatief-pedagogisch verantwoorde context geadviseerd. De uitgeverij gaat bij de 3e druk een lesbrief toevoegen.
Dit is Koko, zei papa, een slaafje voor onze Maria. Van tante Elisabeth kreeg ik een zweepje. Het paste net niet in mijn tas. Jammer.
Maria krijgt een slaafje voor haar twaalfde verjaardag. Dat is handig. Slaven moeten doen wat jij zegt. Je kunt ze straffen, verkleden of verkopen. Maria weet niet beter. Haar leven draait om mooie jurken, theevisites en netjes rechtop zitten – net als dat van haar moeder en haar tantes. Waarom zou ze verder kijken dan het luxe leven dat ze gewend is? Alles is toch goed zoals het is?
Uit: Slaaf Kindje Slaaf – Dolf Verroen (2006), nieuwe druk Hoe mooi wit ik ben (2016)
Door de eervolle Thea Beckmanprijs eerder dit jaar voor de Reis van Syntax Bosselman van Arend van Dam moest ik onmiddellijk ook denken aan Slaaf Kindje Slaaf van Dolf Verroen. In stijlvorm en genre zijn de twee kinderboeken onvergelijkbaar met elkaar maar toch kan het nuttig zijn om ook van dit eerder gepubliceerde werk te weten. Waar Arend van Dam met de Reis van Syntax Bosselman het koloniserend verleden van Nederland historisch onderzoekt en in de hoofden van verschillende personages en perspectieven probeert te kruipen gaat Dolf Verroen met Slaaf Kindje Slaaf de confrontatie aan door vanuit het perspectief van de arrogante verheven houding van zijn (witte) personages te schrijven.
Slaaf Kindje Slaaf schetst heel duidelijk het beeld van hoe racistisch, neerbuigend en objectiverend er naar tot slaaf gemaakten gekeken kon worden door witte plantagehouders (en hun families) en evenzo behandeld werden.
Je kijkt mee door de ogen van de jonge Maria, die een tot slaaf gemaakt jongetje van haar vader – een rijke plantagehouder – voor haar 12e verjaardag krijgt. In 40 korte filmisch aandoende hoofdstukken zie je hoe de kinderlijke in pubertijd ontluikende Maria enerzijds de mensenhandel en hun gedwongen arbeid op de theeplantage van haar vader volstrekt vanzelfsprekend vindt. Anderzijds laat het ook de spanningen, jaloezie en wreedheden van haar witte moeder en tantes zien in relatie tot de aantrekkelijke zwarte jonge meisjes die in slavernij op de plantage leven.
Waar De Reis van Synax Bosselman vooral historische context, kennis en een onderzoekende houvast biedt, zal Slaaf Kindje Slaaf waarschijnlijk meer innerlijke weerstand oproepen door het effect op de directe emotie(s) van de lezer. Zoals de toelichting van het boek ook stelt: ‘Het is een indringend jeugdboekje over racisme en kolonialisme dat vragen oproept juist doordat ze voor de (witte) hoofdpersonen geen vragen zijn.’
Aan de hand van beide jeugdboeken kunnen ouders, verzorgers, educators, docenten de trans-Atlantische slavernij, racisme en mensenhandel bespreekbaar met kinderen en jongeren maken. Zowel thuis, als in de bibliotheek en/of in de klassen van het primair onderwijs (po), het voortgezet onderwijs (vo), het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en het hoger beroepsonderwijs (hbo) binnen thema’s van Geschiedenis en Burgerschap. Voor het po zijn beide boeken geschikt voor de bovenbouw, groep 7 en 8.
Ben je in het bijzonder geïnteresseerd in het aanbieden van meertalige kinderboeken? Kijk dan ook eens naar de Surinaamse vertaling in het Sranantongo van Slaaf Kindje Slaaf door Flos Rustveld: Wan gro-ede kon gi Maria. Een zelfstandige uitgave op vierkant CD-formaat, tekst zonder illustraties, met bijbehorende CD waarop Flos Rustveld het jeugdboekje in het Sranantongo voorleest.
Vanwege het hedendaagse inzicht dat het taalgebruik van het woord slaaf ontmenselijkt en rechtstreeks taalgebruik is dat overgenomen is uit de slavernij spreekt men tegenwoordiger beter van ‘tot slaaf gemaakte mensen’. Door commotie rondom dit boek is de heruitgave van Slaaf Kindje Slaaf in 2016 gewijzigd naar ‘Hoe mooi wit ik ben’.
Slaaf Kindje Slaaf / Hoe mooi wit ik ben is bekroond met de Gustav-Heinemann-Friedenspreis en de Deutscher Jugendliteraturpreis. De reis van Syntax Bosselman is eerder dit jaar bekroond met de jeugdhistorische Thea Beckmanprijs.
Specificaties
Slaaf Kindje Slaaf | Auteur Dolf Verroen | Illustrator Veronica Nahmias | Uitgeverij Olga Kinderboeken | Nederlands | 1e druk | ISBN 9789067344517 | juni 2006 | gebonden hardcover | 104 pagina’s | Adviesleeftijd 10-12 jaar
Hoe mooi wit ik ben | heruitgave | Auteur Dolf Verroen | Illustrator Martijn van der Linden | Uitgeverij Leopold | 1e (her)druk | ISBN 9789025869762 | maart 2016 | gebonden hardcover | 80 pagina’s | Adviesleeftijd 10-12 jaar
Wan gro-ede kon gi Maria | Auteur Dolf Verroen | Vertaling Sranantongo + CD | Vertaler Flos Rustveld | Cover Gallery Fermate | ISBN 978909027881 | 27 pagina’s | Adviesleeftijd 10-12 jaar | meer informatie over dit boekje via Spinzi
De reis van Syntax Bosselman – Verhalen over de slavernij | Auteur Arend van Dam | Illustrator Alex de Wolf | Uitgeverij Van Holkema & Warendorf | Nederlands | 1e druk | ISBN 9789000359158 | februari 2018 | Hardcover | 304 pagina’s | Adviesleeftijd 10-12 jaar
Ook uitgeverij Querido komt dit jaar (voor het eerst) uit met een Sinterklaasboek waarin Piet anders wordt gerepresenteerd in tekst en beeld. Daarmee lijkt het koloniale karikaturale pietentij wat nieuwe Sinterklaaskinderboekuitgaven betreft, ook voor de ‘grote’ kinderboekuitgeverij die vele klassiekers en bestsellers in haar fonds heeft, definitief gekeerd. In Piet en Sint en het Slimme Kind van Gerda Dendooven hebben (witte) Piet en Sinterklaas roetvegen op hun kleding en gelaat. Dat staat niet expliciet zo in de tekst vermeld maar is te zien in de illustraties. Aan het einde van het prentenboekverhaal wordt ondanks de roetvegen in beeld, tekstueel wel alvast een opmaat gemaakt naar (straks) ook een roetloze Piet (en Sinterklaas).
“Piet zei: Lou heeft gelijk. gedaan met dat roet! Want ik moet steeds niezen van het zwart op mijn snoet.”
Een saillant detail waarmee rekening gehouden dient te worden bij de aanschaf of het lenen van dit prentenboek is wel dat het paard van Sinterklaas fungeert als een omgekeerde metafoor voor de zwarte schmink van piet. Nu verliest ook het schimmelpaard door de regen onverwachts haar schmink: zij blijkt niet wit maar bruin te zijn en zo lopen Sint en Piet met hun door regen afgespoelde bruine paard het verhaal uit. De symbolische kleurwisseling van het paard van wit naar bruin had naar mijn smaak minder problematisch opgelost kunnen worden door bijvoorbeeld gewoon de zwarte stippen eraf te laten spoelen.
Gerda Dendooven is een bekende kunstenares en kinderboekenmaker (tekst en illustrator) uit Vlaanderen. Eerdere werken van haar werden bekroond met onder andere een Zilveren Griffel en Zilveren Penseel, de Hans Christian Andersenprijs, de Gouden Uil en de Woutertje Pieterse Prijs.
Na de New York bestseller Roza Rozeur, ingenieuris er nu ook Ada Dapper, wetenschapper van Andrea Beaty (verhaal) en David Roberts (illustraties). Beaty liet zich voor de nieuwsgierige, onderzoekende naar kennis hunkerende Ada Dapper inspireren door werkelijke vrouwelijke wetenschappers uit de geschiedenis: Ada Lovelace (a.k.a. Augusta Ada Byron) en Marie (Salomea Skłodowska-)Curie.
Ada Lovelace was een Britse wiskundige en wordt door velen beschouwd als de allereerste computeringenieur. Marie Curie was een Pools-Franse schei- en natuurkundige. Zij was de eerste vrouw die een nobelprijs ontving voor haar werk en ontdekte de elementen polonium en radium. In Ada Dapper is de onderzoekende aanleg van beide wetenschappers gegoten.
Ada Dapper is een rolmodel voor alle leergierige en onderzoekende kinderen met een pedagogisch knipoogje naar opvoeders om die uitbundige nieuwsgierige aanleg niet in te dammen of te straffen maar serieus te nemen, te begeleiden en te faciliteren.
Bijzonder mooi aan dit kinderboek is dat de makers ervoor hebben gekozen Ada een Afro-identiteit te geven samen met haar broertje, moeder en vader. Alles wat vaak ondergerepresenteerd in kinderboeken is, krijgt in Ada Dapper een vanzelfsprekende rol. Een Afro-meisje heeft de ondernemende, slimme uitbundige hoofdrol, het broertje heeft de (rustige) bijrol, beide ouders zijn betrokken en samen.
Alleen maar pluspunten dus, in het bijzonder op het snijvlak van gender en roots. Zo kom je ze niet vaak tegen.
Een hartverwarmend kinderboekendebuut eerder dit jaar uitgekomen van Junot Díaz, NY Times bestseller en Pulitzerprijswinnaar. Junot, zelf een kind van immigranten, weet als geen ander hoe belangrijk het is om verhalen van het thuisland terug te vinden in kinderboeken. Ook – of juist – wanneer je geen herinneringen (meer) aan dat thuisland – in dit geval de Dominicaane Rupubliek – hebt.
Mooier had illustrator Leo Espinosa, zelf ook een immigrantenkind geboren in Botogtá (Colombia), de fantasierijke geest en het liefdevolle kinderhart van Díaz voor het eiland van afkomst in dit verhaal niet kunnen illustreren. Zo oprecht mooi is dit prentenboek, je zou er haast van gaan blozen. Want dat is het. Een liefdevolle ode aan het (ei)land van herkomst.
Islandborn is op dit moment alleen nog beschikbaar in het Engels en in het Spaans onder de noemer Lola als Ebook. Ik kan alleen maar hopen dat een slimme uitgeverij dit prachtige prentenboek ook in het Nederlands gaat vertalen en uitgeven.
Junot Díaz, geboren in de Dominicaanse Republiek, migreerde met zijn familie op zijn zesde naar New Jersey in Amerika. De impact van migratie en het historische gegeven van drie eeuwen slavernij op de Caraiben maken inherent onderdeel uit van zijn bijzonder schrijversschap:
There are “historical extremes in the Americas that are difficult for the mind to grasp: it’s hard to convince people the Caribbean was a 300-year-long Auschwitz. Migration is like having your house burn down with everything in it, and only whispers left of what went before. Yet in genres I found descriptions of these very extremes: endless genetic breeding; time travel; leaving one world and being miraculously teleported to another.” – The Independent, 2008.
Islandborn verscheen in maart 2018, bij Oneworld Publications