De Tempelwachters van het Rijksmuseum (7+)

foto 4
Afbeelding uit: De Tempelwachters van het Rijksmuseum (p. 64, 2014)

Aziatische hoofdpersonages worden zelden gerepresenteerd in Nederlandse kinderboeken. Bijzonder is daarom het prentenboek De Tempelwachters van het Rijksmuseum (2014) waarmee kunstenaars Harriet Impey en Katie Pickwoad Japanse kunstgeschiedenis relevant voor jonge kinderen maken.

Eenvoudig en prachtig wisselende prenten van bergachtige landschappen en imposante beelden bereiken daarbij hun doel trefzeker: vanaf de eerste pagina kruipt de (voor)lezer via beeld en taal op serene doch spannende wijze zó in de geschiedenis van de twee 14de-eeuwse Japanse houten sculpturen die in het Aziatisch Paviljoen van het Rijksmuseum staan: Agyo en Ungyo.

Ontroerend is de culturele betekenis die aan Agyo en Ungyo gegeven wordt: samen symboliseren zij respectievelijk de eerste en de laatste lettergrepen van het Japanse alfabet: het begin en het einde van alles.

Impey en Pickwoad begrijpen de psyche van het jonge kind. Ze hanteren een eenvoudig en spannend narratief: de protagonist is de negenjarige Shiro die zojuist met zijn moeder naar een ander dorp is verhuisd vanwege de bedreiging van de Enya clan. Via Shiro ontdekken we het verhaal van de tempelwachters.

Aangegeven wordt dat het prentenboek geschikt is voor 9+, maar tijdens het voorlezen hingen zowel dochter- als zoonlief aan mijn lippen, respectievelijk 8 en 7 jaar. Ik mocht niet stoppen voordat het hele verhaal uitgelezen was. Met meelevende kreetjes, zuchtjes, nieuwsgierige ogen en rode wangen toonden zij duidelijk het verhaal van de tempelwachters enorm spannend te vinden.

Indrukwekkend zijn ook de illustraties waarbij vooral gebruik gemaakt is van de Japanse houtsnedes van Utagawa Kuniyoshi (1798-1861).

Tot slot: het prentenboekverhaal is niet representatief voor modern Azië en we komen stereotypisch krijgers en ninja’s tegen, maar gezien de doelstelling en context van dit verhaal, doet dat niet ter zake.

foto 2foto 3foto 5Specificaties
Titel: De tempelwachters van het Rijksmuseum
Auteurs: Harriet Impey en Katie Pickwoad
ISBN: 978 90 476 17 037
Pagina’s: 85
Uitvoering: hard cover
Uitgever: Rubinstein
Vertaler: Jan Paul Schutten
Kopen via: (liefst) je lokale boekhandel of bol.com

De Roep van de shoco (uil)

roep-van-de-shoco
De roep van de shoco / E grito di e shoco (Charlotte Doornhein, 2014)

Kai Tchong sr (1937) bracht zijn kindertijd door op het benedenwindse eiland Aruba, waar zijn vader in de jaren ’30 via Curaçao vanuit Rotterdam met de wilde vaart op de boot naartoe was vertrokken. In 1949 emigreert de jonge Kai Tchong sr vervolgens zelf terug naar Nederland, waar hij later afstudeert als kinderpsycholoog. Inmiddels gepensioneerd, vader van drie kinderen en grootvader van drie kleinkinderen (drie generaties met gemengde roots), vroeg Spinzi hem het tweetalig Arubaans-Nederlandse kinderboek De roep van de shoco (e grito di e shoco) van Charlotte Doornhein te recenseren. Een boek dat voor hem herinneringen doen opleven aan het Caraïbisch gebied en zijn eigen jeugd op Aruba.

De roep van de shoco (uil), met als ondertitel Dansen met de wind, geschreven door Charlotte Doornhein is een leuk geschreven en geïllustreerd (door Sheila Werleman) tweetalig Arubaans-Nederlands kinderboek. De ondertitel verwijst niet alleen naar het vliegen van de “wijze” uil, maar dubbelzinnig ook naar de moeder en tante van de schrijfster, die hun kindertijd doorbrachten op de benedenwindse eilanden, Aruba en Curaçao. Immers, zij dansen nog steeds met de wind. Net als de shoco.

Het is echt een verhaal van en over kinderen wat “in werkelijkheid” zich inderdaad af zou hebben kunnen spelen op zo’n ABC Caraïbisch eiland. Met gedachten aan zijn oorspronkelijke bewoners de Indianen en hun “potten” cultuur. Ook de illustraties brengen me terug naar mijn kindertijd, zo’n 60 tal jaren geleden, en schetsen een beeld, wat mijn herinneringen kleurt, zowel naar vorm als de kleuren van de omgeving op het eiland Aruba!

Het verhaal is ook leerzaam en graaft naar verborgen schatten, die de Indianen hebben achtergelaten. Ook het bewaren en koesteren van deze schatten gaat mee als iets waardevols. Een boek om te hebben en bewaren! Met dank aan Charlotte en Sheila voor een waardevol kinderboek! Wat zelfs voor een senior, die langer in Nederland gewoond heeft dan op Aruba, opnieuw zijn nieuwsgierigheid naar zijn kindertijd opwekt.

Wat betreft de Hongaarse roots van Charlotte, deed haar verhaal over de Shoco me intuïtief denken aan Clarissa Pinkola Estes, auteur van De Ontembare Vrouw, met haar kleine boek “De Gastvrije Aarde”! Clarissa heeft het verhalen vertellen ook opgedaan via haar (voor-)ouders en het ons en de generaties na ons ook boeiend doorgegeven!

Kai Tchong,
1937-10-07, Oranjestad Aruba

Specificaties
Titel: De roep van de shoco. Dansen met de wind. (E grito di e shoco)
Auteur: Charlotte Doornhein
Illustrator: Shila Werleman
ISBN: 978 94 91740 20 6
Pagina’s: 2 x 56
Uitvoering: hard cover
Uitgever: Jeroen Hoogerwerf
Vertaler: Mirto Laclé

De roep van de shoco is het tweetalige geschenkboek dat speciaal geschreven werd voor het Kinderboekenfestival Aruba 2014 / Siman di Buki pa muchanan 2014.

Er is een beperkt aantal exemplaren beschikbaar voor Nederland, exclusief via Levendig Uitgeverij.

Aboikoni (8+) – van slaaf naar marron

aboikoniWerkend aan het Spinzi-overzicht van kinderboeken waarin diversiteit en gender aan bod komen, kom ik regelmatig pareltjes tegen, zoals het prentenboek Aboikoni.

Aboikoni is geboren op een plantage waar hij woont met zijn moeder en zusjes. Hun vader is verkocht en woont op een andere plantage. Aboikoni vlucht als hij 16 jaar is. Hij rent zijn voeten stuk in het oerwoud, en wordt achternagezeten door soldaten en jachthonden. Hij moet een rivier vol piranja’s oversteken wil hij ontsnappen. Dat doet hij liever dan terug naar de plantage. Bereikt hij de vrije marrons…?

Het boek Aboikoni is verschenen als apart boek, en maakt deel uit van ‘Ik neem je mee’, waarin Akesi, Aboikoni, Boni en Rogier, en Selina hun verhaal vertellen. Samen belichamen ze de geschiedenis van de transatlantische slavernij, van het oppakken in Afrika, via de boottocht en het leven als slaaf en marron in Suriname, naar de dag van de afschaffing van de slavernij in 1863.

Specificaties
Tekst: Hilli Arduin
Illustraties: Vanessa Paulina
ISBN: 987-99914-56-21-8 (Aboikoni)
en 987-99914-56-17-1 (Ik neem je mee)
Genre: prentenboek, 8+
Uitgeverij: St. Projekten Christelijk Onderwijs Suriname, 2013
Kopen via bol: Aboikoni | Ik neem je mee
Kopen via deze site: contactformulier

Hoe wapenen we onze kinderen tegen racisme en uitsluiting (Minka Jansen)

Minka Jansen (61) is orthopedagoog en het gezicht achter Opvoedtips. We vroegen haar een gastblog te schrijven over het belang van emancipatie en diversiteit in kinderboeken. Aan de orde komt ook: tips voor ouders en kinderen over hoe om te gaan met racisme.

alex-haley-roots

Hoe wapenen we onze kinderen tegen racisme en uitsluiting

We zijn niet verantwoordelijk voor gebeurtenissen uit het verre verleden maar, we zijn er wel de producten van. Het heeft de samenleving gevormd en het heeft ons gevormd. Ongemerkt hebben zich beelden vast gezet in onze geest en zonder dat we het door hebben handelen we hiernaar en oordelen we op grond hiervan. Dit geldt overigens voor iedereen, van elke leeftijd, sekse of culturele achtergrond.

Ik denk dat iedereen wel eens gehoord heeft van de beroemde ‘poppentesten’. Kinderen mogen kiezen uit een donkere en een licht getinte maar verder identieke pop. Soms uit een serie plaatjes van identieke poppen die oplopen/aflopen in kleur. Vrijwel elk kind kiest voor de lichte pop. Ook de donkere kinderen. Het is hartbrekend om te zien hoe deze kinderen de lichte poppen mooier, liever en slimmer vinden. Bij één van die testen was er één duidelijke uitzondering. Een donker jongetje koos voor de donkere pop. Het kind bleek te komen uit een gezin waar nadrukkelijk veel aandacht was voor het ontwikkelen van een sterk gevoel van eigenwaarde en zwart bewustzijn.

Hoe doen we dat, hoe brengen we onze donkere kinderen groot met een goed gevoel van eigenwaarde en hoe leren we om zich staande te houden in een wereld waar nog heel wat racisme en vooroordelen rondwaren. Hoe brengen we onze witte kinderen groot zonder vooroordelen en zonder het gevoel beter of slimmer of liever te zijn.

Veel ouders van met name witte kinderen worden op dit punt aangekomen boos omdat ze ervan overtuigd zijn dat kinderen in het algemeen geen kleur zien. De Poppentesten bewijzen het tegendeel. De vervelende reacties die veel zwarte kinderen over zich heen krijgen in de periode van het Sinterklaasfeest eveneens, al was het maar omdat het donkere kindje altijd Zwarte Piet moet spelen.

Op subtiele wijze is het negatieve beeld dat kleeft aan mensen met kleur, een andere cultuur of een andere taal al genesteld in het hoofd van onze kinderen. Ook in dat van het zwarte kind.

Scheldwoorden als ‘poepchinees’ worden nauwelijks herkend als uitingen van racisme. Toch is het dat en alles werkt mee aan de beelden in ons hoofd, in het hoofd van onze kinderen. Niet in de laatste plaats de karikatuur van de slaaf in de vorm van Zwarte Piet.

Een van de oorzaken ligt ook in het gebrek aan zwarte helden. Niet omdat die niet bestaan maar omdat je er zo weinig van hoort. Martin Luther King, dat weer iedereen, maar verder? Toch zijn zeer, de oorlogshelden, de uitvinders, de genieën.

Kinderboeken worden nog in hoofdzaak bevolkt door witte kinderen en dus zijn de hoofdpersonen dit ook. Als er al een zwart kindje in figureert is dat vaak een bijrol waar behalve de kleur eigenlijk niets eigens aan te zien of beleven valt.

Hetzelfde geld overigens voor kinderen met een beperking. Die zijn ook zelden de held van het verhaal en als er al boeken over worden geschreven dan gaat het vaak over de beperking. Dat kinderen met een beperking op de eerste plaats gewoon kinderen zijn zie je niet veel terug.

Kijk ook kritisch naar wat je kind leest of ziet aan films en computerspelletjes. Maar al te vaak worden nog stereotiepe beelden opgevoerd. Het is nog niet zo lang geleden dat Sjors en Sjimmie in de ban gingen. Nu nog kom je boeken en films tegen waarin uitsluitend witte mensen directeur of filmster zijn en zwarte mensen huishoudster, nanny of portier. Zwarte jongeren zitten in een ‘gang’ en zelden zie je ze in de toga horende bij het afstuderen in Amerika.

Projecten op school over Afrika gaan nog maar al te vaak uit van stereotiepe beelden, hutje, palmbomen en schaars geklede altijd lachende zwarte mensen. Afrika als continent met steden en universiteiten is hier nauwelijks bekend.

Kortom, we moeten dit beeld bijstellen en daarvoor moeten we iets doen. Op zoek naar de helden.

Kinderboekjes met zwarte prinsen en prinsesjes. Kinderen uit allerlei culturen in de hoofdrol. Films waarin een realistisch beeld wordt geschetst van zwarte culturen, van de geschiedenis en met zwarte helden.

Waar de school steken laat vallen kun je de school hierop aanspreken maar ook kun je thuis tegenwicht bieden. Koop boeken die iets vertellen over de slavernij bijvoorbeeld. Dit gebeurt op school veruit onvoldoende dus voorlopig moeten we dat zelf doen. Ook voor de witte kinderen!

Ikzelf heb indertijd Kunta Kinte voorgelezen aan mijn kinderen. Ze hingen aan mijn lippen en het gaf veel gelegenheid om over het thema slavernij en racisme te praten.

Zwarte poppen om mee te spelen. Je moet er nog steeds achteraan maar het aanbod is er inmiddels wel. Let hierbij op dat niet alleen de kleur van de pop donker is maar dat ook de gelaatstrekken en het haar kloppen. Er zijn tegenwoordig Aziatische poppen en Latijnse poppen (zelfs Barbies).

Krijgt je kind met racisme te maken praat er dan over en vertel iets over het ontstaan en laat vooral ook weten dat het niet klopt en niet iets is wat je zomaar accepteert. Laat ook zelf, in je eigen gedrag, zien dat je dit niet accepteert. Prijs het kind dat racisme herkent en er op een positieve maar kritische manier op reageert.

We moeten niet in verschillende kampen terecht komen, zwart en wit. Het ideaal dat spreekt uit de boosheid van witte ouders die denken dat kinderen geen kleur zien willen we natuurlijk uiteindelijk wel bereiken.

drs. W. Jansen (Minka) is orthopedagoog. Ze studeerde aan de Vrije Universiteit, de UVA en de UVU en woonde op Curaçao. Haar specifieke blik op opvoeding en hoe met kinderen om te gaan komt voort uit haar jarenlange ervaring met (pleeg)kinderen. Onlangs verscheen van haar hand het opvoedkundige boek Ik ben niet opgevoed. In hoofdstuk 11 gaat zij in op hoe om te gaan met racisme. Volg Minka op www.ikbennietopgevoed.nl en/of www.facebook.com/Opvoedtips.

Queens of Africa: empowerende kinderboeken

queens-of-africa-books
Bron: Queens of Africa

In Nigeria lopen de black empowerende poppen Queens of Africa volgens de laatste media berichten beter dan haar witte voorganger Barbie. Via deze poppen zouden meisjes in Afrika trots op hun huidskleur en cultuur gemaakt kunnen worden. Dit laatste niet op z’n minst met ook de 6-delige kinderboekenserie Queens of Africa.

Het feestelijk eren van de ‘zwarte schoonheid’ (c.q. black beauty) betekent voor de oprichter van Queens of Africa, Taofick Okoya, ook het cultureel erfgoed van Nigeria met de meisjes te vieren. De kinderboekenserie Queens of Africa is daar een voorbeeld van.

In Nederland is de Afrikaanse koninginnenserie (Engelstalig) via bol te bestellen.

Queens of Africa Book 1: Queen Amína of Zaria
Queens of Africa Book 2: Queen Makeda
Queens of Africa Book 3: Queen Moremi
Queens of Africa Book 4: Queen Esther
Queens of Africa Book 5: Queen Idia
Queens of Africa Book 6: Madam Tinubu

Heb je een Queens of Africa boek gelezen? Wil je er iets over vertellen of er naar aanleiding daarvan één of meer recenseren bij Spinzi? Deel je ervaring met anderen en laat het ons weten.

Bron:
Queens of Africa