Queens of Africa: empowerende kinderboeken

queens-of-africa-books
Bron: Queens of Africa

In Nigeria lopen de black empowerende poppen Queens of Africa volgens de laatste media berichten beter dan haar witte voorganger Barbie. Via deze poppen zouden meisjes in Afrika trots op hun huidskleur en cultuur gemaakt kunnen worden. Dit laatste niet op z’n minst met ook de 6-delige kinderboekenserie Queens of Africa.

Het feestelijk eren van de ‘zwarte schoonheid’ (c.q. black beauty) betekent voor de oprichter van Queens of Africa, Taofick Okoya, ook het cultureel erfgoed van Nigeria met de meisjes te vieren. De kinderboekenserie Queens of Africa is daar een voorbeeld van.

In Nederland is de Afrikaanse koninginnenserie (Engelstalig) via bol te bestellen.

Queens of Africa Book 1: Queen Amína of Zaria
Queens of Africa Book 2: Queen Makeda
Queens of Africa Book 3: Queen Moremi
Queens of Africa Book 4: Queen Esther
Queens of Africa Book 5: Queen Idia
Queens of Africa Book 6: Madam Tinubu

Heb je een Queens of Africa boek gelezen? Wil je er iets over vertellen of er naar aanleiding daarvan één of meer recenseren bij Spinzi? Deel je ervaring met anderen en laat het ons weten.

Bron:
Queens of Africa

‘Er bestaan toch geen zwarte prinsesjes?’

Foto Mylo Freeman, door: Macy Raven

Mylo Freeman is aan de Rietveld Academie opgeleid tot illustratrice, en bij het grote publiek vooral bekend om haar prentenboeken over Prinses Arabella, al maakte ze ook tal van andere boeken. Haar vader is Amerikaans, haar moeder Nederlandse.

Prinses Arabella is een groot succes, ook internationaal; de Nigeriaanse druk is net verschenen, en wordt verspreid door het hele land. Onlangs werd het prentenboek Prinses Arabella en de Sint gepresenteerd – reden voor een ontmoeting met deze bijzondere vrouw. Waarom maakt ze kinderboeken en creëerde zij Prinses Arabella?

Ooit vertelde iemand Mylo over een klein Surinaams meisje genaamd Jahkini. Zij kreeg de rol van prinses toebedeeld in een schooltoneelstuk, maar zij weigerde pertinent. ‘Er bestaan toch helemaal geen zwarte prinsesjes?’, was haar antwoord. Nadat Mylo dit verhaal hoorde, besloot zij hier meteen iets mee te doen. Er moest een prentenboek komen over een zwart prinsesje! Dat werd prinses Arabella, een donker prinsesje met een sterke wil.

Inmiddels is er een hele serie Arabella-boeken verschenen, met zelfs een theater- en muziekvoorstelling. Arabella zou zich ook perfect lenen voor een animatieserie voor de kleintjes. Wat niet is kan nog komen…!

Ik zag Mylo Freeman voor het eerst ‘in het echt’ bij Sinterklaas Curated, een middag in de Verhalenkamer in Amsterdam Noord. Een aangename, gemoedelijke middag voor de presentatie van progressieve sinterklaasverhalen met nieuwe Pieten. Mylo is een opvallende verschijning. Lang, mooi, maar vooral: ze lijkt in balans, komt over als een sterke vrouw die goed weet wat ze wil en hoe ze dat gaat bereiken. We spraken af in haar atelier in Amsterdam, een prettige, lichte ruimte, met als eye catcher een prachtige verzameling donkere barbies.

Het wonderlijke is, dat Nederland al decennia lang multicultureel is, maar dat er maar weinig kinderboeken verschijnen die je divers kunt noemen. Bijna alle kinderboekenkinderen zijn blank. Als er al kinderen met een donkerder kleurtje in voorkomen dan spelen zij zelden de hoofdrol, of wordt het verhaal thematisch aangepakt.

Gewoon leuke, spannende boeken over kinderen met een multiculturele achtergrond zijn er maar weinig. Deels wordt de doelgroep nauwelijks door uitgevers bereikt, terwijl de interesse er wel degelijk is. Je bereikt hen alleen op andere plekken. Via de scholen, of zoiets als het Prinsen & Prinsessen Project dat plaatsvond tijdens de Kinderboekenweek 2014 in het Bijlmer Theater. Zet een tafel met boeken neer op een plek waar men toch al komt, en er blijkt heel veel belangstelling. Juist voor kinderen die normaal níet met kunst en boeken in aanraking komen is dat heel belangrijk. Zeker nu bibliotheken moeten bezuinigen of zelfs sluiten.

Kinderboeken moeten het land in! Dit vraagt alleen een andere manier van kijken naar ‘de markt’, waar boekhandels en uitgeverijen vaak nog wat traditioneler zijn in werkwijze en verkoopkanalen. Overigens zijn deze boeken beslist niet alleen bedoeld voor kinderen met een donkerder tintje. Het is belangrijk dat álle kinderen zichzelf gespiegeld zien, en kennismaken met een ruimere wereld.

“Kinderen hebben de behoefte aan zowel spiegels als ramen. Veel gekleurde kinderen zien de wereld alleen via ramen en zij hebben spiegels nodig. Andere kinderen zien alleen spiegels en zij moeten de wereld ook door ramen leren zien.” – Sharron McElmeel

Mylo las eens voor in Amsterdam Osdorp uit haar prentenboek Prinses Arabella en Prins prinses-arabella-en-prins-mimoenMimoen. Als daar iets te doen is, komen er veel moeders met Marokkaanse roots met hun kinderen. Eén van de kinderen werd helemaal blij toen hij de illustratie zag van de moeder van Mimoen: “Kijk mama, dat ben jij!”

Niet alleen met boeken als die over Prinses Arabella werkt Mylo Freeman actief aan het vergroten van de diversiteit in kinderboeken. Zij is momenteel coach van een project in Antwerpen, waarbij 10 schrijvers gekoppeld zijn aan 10 illustratoren, om te komen tot 10 prentenboeken over een keur aan Antwerpse, multiculturele kinderen en hun belevenissen. Deze boeken worden in een box aangeboden aan scholen en bibliotheken.

Nog vóór je woorden leert, word je geconfronteerd met beelden. Om je heen, hoe je gezin en huis eruitzien, maar ook via prentenboeken, televisie en dergelijke. Die beelden zijn vormend, het zijn zaadjes die bepalen hoe jij later de wereld ervaart, wat je normaal vindt en als prettig of juist beangstigend ervaart. Laat die eerste zaadjes in de ziel positief zijn, en veelomvattend. Dat maakt de wereld er alleen maar mooier op!

Wil je meer informatie over Mylo Freeman? http://www.mylofreeman.com

Weet jij hoe het is om anders te zijn?

werkgroepbijeenkomst jeugdboeken: weet jij hoe het is het om

anders zijn te zijn?

Aan de nostalgische Lairessestraat in Amsterdam Zuid ligt het thuishonk van de Vereniging van Letterkundigen (VvL) verscholen. Sinds 1905 genoemd het Van Deysselhuis, gelijk de naam van haar eerste voorzitter. Bij binnenkomst voel ik al gauw: dit is een warm bad. Een onopgesmukte ruimte vol van ongeveinsde gepassioneerde kinder- en jeugdboekenschrijvers.

Vandaag praten we over diversiteit in kinderboeken, georganiseerd door de bevlogen Werkgroep Jeugdboeken van de VvL.

“Niemand weet hoe het is om . . .

zo lang te zijn als ik.” Selma Noort, kinderboekenschrijfster en kunstschilder, hier in de rol als levendige discussieleidster, blikt met priemende ogen de groep in. In het lokaal instemmend geknik van haar collega schrijvers. Selma vangt aan met een anekdote gegrepen uit haar eigen leven. Ze is 54 als haar blik een paar maanden geleden op een prentenboek valt met de titel prijkend op de kaft Grote Henriette (of hoe Henriette geen vrienden had) in een lokale bibliotheek. Zou het echt?

Zgrote-henriëtteou ze eindelijk een kinderboek hebben getroffen over haar, een lange vrouw? Vol verwachting slaat de prachtig sprankelende lange Selma het prentenboek open.  Maar ‘kijk eens’, vertelt ze later, ‘wat grote Henriette moet doen voordat ze erbij hoort?’

10619902_807327495997267_7291958956728215727_o

1912500_807327739330576_2148407190469290289_o‘Ze wordt net zoals de anderen. Jaja, ook boeken kunnen vuistslagen uitdelen.’ Bovendien: Grote Henriette bleek niet over lang zijn te gaan, maar over verwaandheid. Nog nooit heeft Selma een boek gevonden waarin een lange vrouw (of meisje) de hoofdrol speelt. Ze vindt het wrang dat Henriette alsnog haar stelten uittrekt zodat zij tussen de anderen kan staan en de groep dan pas een arm om haar heen slaat. 

Waar ben ik?

Niet bestaan in kinderboeken. Die ervaring had ook Marieke Nijkamp van We Need Diverse diversifyaBooks, één van de gasten van het driekoppige discussiepanel dat voor deze bijeenkomst over diversiteit in kinderboeken uitgenodigd is. Marieke zocht tijdens haar kindertijd en adolescentie naar Nederlandse kinder- of jeugdboeken waarin zij zich met het hoofdpersonage identificeren kon. Tevergeefs. Zowel haar lichamelijke beperking als haar liefde voor vrouwen vond ze er zelden of niet in terug. Zelfs de vertaalde klassieker De geheime tuin van Francis Hodgson Burnett waarin neefje Collin met een handicap aan het einde wonderbaarlijk weer kan lopen, let wel, nádat hij zich ‘goed’ heeft leren te gedragen, geeft volgens Nijkamp de boodschap mee dat je maar beter zonder handicap kunt leven. Er iets mis met anders zijn is.

Je ‘anders zijn of voelen’ tegenkomen in een boek is je gekend voelen. Een kind krijgt daarmee de boodschap: je mag er zijn, je hoort bij de samenleving. Alle kinderen hebben het recht zichzelf in onze kinderboeken terug te vinden. Zolang kinderen en ouders niet in verscheidenheid gerepresenteerd in onze kinderboeken worden, verzwijgen en ontkennen we een deel van onze wereld, houden we de facto diversiteit verborgen in de marges van onze samenleving.

multiculturele hoofdpersonages

?????????????????????????????????????????????Illustrator Mylo Freeman, eveneens uitgenodigde van het discussiepanel, is één van de uitzonderingen op de regel. Of liever gezegd: veroorzaakt één van de uitzonderingen op de regel. Freeman schildert in haar prentenboeken multiculturele hoofdpersonages zoals in de series Prinses Arabella en Zaza. Vaak benoemt zij in haar boeken niet expliciet de multiculturele gedachte: de personages van multiculturele achtergrond worden als vanzelfsprekend in de verhaallijn opgenomen, net als hun centrale hoofdrol.

Naast de prentenboeken van Mylo Freeman zijn er nog enkele andere voo328940_135766546543554_1317641987_orbeelden te noemen waarin multiculturele hoofdpersonages het uitgangspunt vormen. Zoals bijvoorbeeld in de prentenboeken Het boek over een doek (Reineke Schermer), Eén, twee, drie vier: hoofddoek van plezier! (Jeanine Cronie), Kapitein Kat (Inga Moore), Het Madiba-boek (Nelson Mandela), Ivana, het prinsesje dat haar haren niet wilde kammen (Hilli Arduin) en Hier ben ik (Patti Kim). In de kinderboeken van Halil Gür, een Nederlandse kinderboekenschrijver van Turkse komaf, spelen Turkse kinderen vaak ook de hoofdrol en de kinder- en jeugdboeken De Duik (Sjoerd Kyper) en Vuurwerk in mijn hoofd (Roland Colastica) spelen zich af in en vanuit het dekoloniale perspectief van Curaçao.  

Toch ligt de nadruk op enkele, want naar ratio is de aanwezigheid van multiculturele hoofdpersonages in kinder- vuurwerk-in-mijn-hoofden jeugdboeken schrijnend als je bedenkt dat er per jaar ongeveer drieduizend kinderboektitels uitgegeven worden. Naar analogie van de conclusie van Weitzman et al. (1972) die in de jaren ’70 de representatie van gender (sekse) in kinderboeken in de VS onderzochten durf ik zelfs te stellen:

‘het is haast onmogelijk om de representatie van multiculturele hoofdpersonages in kinderboeken te onderzoeken omdat ze simpelweg onzichtbaar zijn.’

Die onzichtbaarheid gaat ook op voor andere gemarginaliseerde groeperingen zoals bijvoorbeeld kinderen die met een lichamelijke beperkingen leven en gezinnen met twee ouders van dezelfde sekse komen we zelden in onze gewone ‘niet gethematiseerde’ kinderboeken tegen.

de onzichtbare vraag

Uitgeverijen beargumenteren doorgaans dat de vraag naar multiculfaiza-is-mijn-heldturele of diversiteit in kinderboeken niet voldoende is. Heel wat schrijvers in de zaal hebben ongepubliceerde manuscripten liggen waarbij de uitgeverij het risico niet durfde te nemen omdat de personages niet zouden aansluiten op ‘wat de markt wil’. Of, ze hebben hun personages op verzoek van de uitgeverij moeten aanpassen. En, inderdaad: uit de boekhandelspraktijk blijkt dat ‘risicovolle inkopen’ vaak op de plank blijven liggen.

Kinderboekenschrijfster Netty van Kaathoven beaamt dat. Haar kinderboek Faiza is mijn held!, een verhaal over een meisje dat met haar ouders gevlucht uit Afrika is, werd in boekhandels amper ingekocht en verkocht. Totdat de uitgeverij (Clavis) haar boek aan een actie koppelde van een kinderwinkel waarbij een kinderboek uitgezocht mocht worden (4 titels). Faiza is mijn held! liep als een speer. Kinderen kozen haast unaniem voor Van Kaathoven’s boek. Dat geeft te denken dat de vraag wel degelijk bestaat, maar net zoals het veelal ontbreken van diversiteitspersonages in kinderboeken, de vraag zelf óók onzichtbaar is.

Om de vraag naar multiculturele kinderboeken zichtbaar te maken, moet je de doelgroep opzoeken. Dat ondervond ook Mylo Freeman, wiens prentenboeken inmiddels steeds meer opgemerkt worden door ook Surinaamse Nederlanders. ‘Daar moet je wel iets voor doen’, zegt Mylo. Freeman is actief met workshops op basisscholen, multiculturele kinderboekenprojecten en stond onlangs op de Natural Hair beurs in Rotterdam. Haar prentenboeken werden daar enthousiast ontvangen. ‘Wat leuk! Ik wist niet dat zulke kinderboeken bestonden!’ kreeg Mylo vaak te horen. ‘Dat betekent dat de vraag naar zulke kinderboeken er wel degelijk is.’

een nieuwe marketing benadering

‘Lezen is denken met het hoofd van een ander, in plaats dat van jezelf’ – A. Schopenhauer

Laat er geen misverstand over bestaan: de vraag naar diversiteitspersonages in kinderboeken strekt verder dan alleen het empowerende identificatieproces voor kinderen en ouders die zich ‘anders’ voelen. De fundamentele noodzaak van boeken wordt in de volwassen literatuur als vanzelfsprekend opgevat, maar als het gaat om kinder- en jeugdboeken lijken we ineens hetzelfde gegeven minder serieus te nemen. Terwijl uitgerekend kinderen en adolescenten kennis over de wereld veel sterker nog dan volwassenen als sponzen in hen kunnen opnemen. Dat laatste is geen ‘pedant literair’ vermoeden, maar een neurobiologisch feit van de hersenontwikkeling.

Kinderboekuitgeverijen zouden andere marketingtechnieken en personage keuzes kunnen maken om ook multiculturele en diversiteitskinderboeken onder de aandacht te brengen. Zowel de vraag als diversiteit zichtbaar maken. Niet thematisch, of oudbollig, maar zelfverzekerd en ongeveinsd zoals bijvoorbeeld zeer actieve jonge uitgeverij van Jurgen Maas, toegespitst op literatuur uit het Midden-Oosten en de multiculturele samenleving, die overal in het land de mensen ópzoekt. Zoals bijvoorbeeld de actie van Clavis en de ondernemersgeest van Mylo Freeman die haar prentenboeken onder de mensen krijgt.

leescultuur en avi-leesboeken

Toegeven: wat uitgeverijen en schrijvers zelf ook (zullen) doewie-doet-watn, er bestaat een grote groep mensen die zelden of nooit boeken koopt om welke reden dan ook. In het geval dat zij dit wel doen, zullen zij misschien niet snel geneigd zijn een kinderboek over ‘de ander’ te pakken, maar het vertrouwde van de plank te pakken.

Persoonlijk ben ik daarom een groot voorstander ervan om diversiteit in kinderboeken te institutionaliseren via het basisonderwijs: de AVI-leesboeken waarmee kinderen leren lezen. Zo is de kans groter dat je in potentie bijna alle kinderen in Nederland bereikt en de toegang tot diversiteitskinderboeken, laat staan het kopen ervan, niet laat afhangen van de gezinnen waarin zij toevallig opgroeien.

De werkgroep Jeugdboeken van de VvL en het discussiepanel Diversiteit in kinderboeken kwam bijeen op vrijdag 28 november 2014. Georganiseerd door o.a. Mina Witteman, voorzitter van de VvL. Gespreksleider: Selma Noort. Disucssiepanel: Marieke Nijkamp (We need Diverse Books), Mylo Freeman (illustrator) en Kim Blackburn (Spinzi, emancipatie, representatie en diversiteit in kinderboeken). Aanwezig: Netty van Kaathoven, Henk Hardekamp, Marco Kunst, Karlijn Stoffels, Halil Gür, Joke de Jonge, Saskia van der Wiel, Wilma Degeling en … ?

BLOEI (Marita de Sterck) – Rijke schatkist vol volksverhalen van over de hele wereld

***** 5/5 sterren op diversiteit en gender

Wie is er bang voor de boze wolf….?BLOEI Verhalen vormen en verklaren de wereld waarin we leven. Opgehaalde herinneringen, sterke vertellingen, sprookjes, sagen en legendes, mythen. Uit verhalen leer je hoe we met elkaar om horen te gaan, hoe de verhoudingen liggen. Verhalen bereiden je voor op volgende fases in je leven, hoe het gaat als je van kind volwassen wordt. Wat er voortaan van je verwacht wordt, hoe je een goed mens bent en wanneer je de grenzen van het betamelijke overschrijdt.

In het Nederland van de 21e eeuw doen we bijna niet meer aan overgangsrituelen. De kerk heeft voor velen afgedaan, het religieuze is een privézaak geworden. Ook verhalen vertellen wordt nog maar weinig gedaan, net als zelf luidkeels zingen. Ik durf er wat om te verwedden dat de slechte lichamelijke conditie van veel mensen hier, samenhangt met ons stoppen met zingen. Maar dat is een ander onderwerp. Hier wil ik vertellen over BLOEI: “zestig volksverhalen uit de hele wereld die van meisjes vrouwen maken, verzameld en naverteld door Marita de Sterck”.

We delen nog maar weinig, geen verhalen bij het haardvuur in elk geval, en dit boek probeert die geestelijke armoe aan te vullen. Marita de Sterck is antropoloog en jeugdauteur, en verzamelt al meer dan 25 jaar volksverhalen uit de hele wereld waarin vrouwelijkheid centraal staat. In BLOEI zijn haar zestig favorieten gebundeld. Haar reden? “Volksverhalen doen groeien. Dat is van alle tijden en plaatsen. Maar de verhalen die van meisjes vrouwen maken, zijn bij ons te weinig bekend. In de meeste geschreven versies die we kennen is het zout uit de pap.”

Ik kocht dit boek voor mijn dochter. Zij is nu tien, en ik wil haar meegeven dat de wereld aan haar voeten ligt, en er veel meer mogelijk is dan de beperkte matrix van de Disney-prinsesjes. En vooral geef ik haar graag de sleutel van de verbeelding mee.

In BLOEI komen verhalen samen uit Afrika, Amerika, Azië, Europa en Oceanië. De pekduivel uit Vlaanderen (het verhaal waarmee Marita de Sterck zelf opgroeide) ontmoet de getande vagina uit Siberië, de regenboogslang uit Australië en de pythonbruidegom uit Mali. De verschillen zijn groot: in klimaat en cultuur, en de plaats die meisjes en vrouwen in elke gemeenschap innemen.

Tegelijkertijd zijn er veel overeenkomsten. We zijn allemaal mensen, hetzelfde rode bloed stroomt door ieders aderen, we wonen op dezelfde aarde die beschenen wordt door één zon. Al die verschillende verhalen dragen hun wijsheid op ons over. Wil je weten hoe de maan aan zijn vlekken kwam? De Ticuna-Indianen uit Brazilië kunnen het je vertellen. Of wat er nu écht tussen Roodkapje, haar grootmoeder en de wolf heeft gespeeld? Dat verhaal is een stuk rauwer dan we het meestal kennen. En de Portugese prinses, die van haar stiefmoeder over de verschrikkelijke blauwe stier moest waken; stiefmoeder hoopte dat hij het prinsesje zou vermorzelen, maar hij willigde juist al haar wensen in, en vluchtte met haar weg van de stiefmoeder door het koperen bos met de driekoppige slang, het zilveren bos met de zeskoppige slang en het gouden bos met de negenkoppige slang. De blauwe stier vocht met alle drie op leven en dood, raakte steeds erger gewond, maar won, en beschermde de prinses. Dan draagt hij haar op hem te doden, en zijn hart apart te begraven. Dat doet ze, en dan blijkt hij natuurlijk een prins, en hun harten kloppen allebei even wild…

Dit boek moet gelezen worden! Door alle meisjes en vrouwen, zij kunnen er kracht en voorbeelden aan ontlenen. Maar ook door alle jongens en mannen, omdat de verhalen bij iedereen de verbeelding tarten en wekken. Een boek om vrolijk van te worden en af en toe bij te huiveren, een boek als een rijke, veelkleurige schatkist!

Specificaties
Titel: BLOEI – zestig volksverhalen uit de hele wereld die van meisjes vrouwen maken
Tekst: Marita de Sterck
ISBN: 9789085422013
Gender:  ***** 5/5 diversiteit en gender
Etniciteit:  **** 4/5 diversiteit en etniciteit
Uitgeverij: De Bezige Bij Antwerpen
Verschenen: 16-03-2010
Type: Hardback
Pagina aantal: 248
Prijs €:

Te koop bij:

22,50

Spinzi en Bol